De arts, verpleegkundige of diëtist zal wat praktische adviezen meegeven voor het gebruik van sondevoeding thuis. Het is bijvoorbeeld belangrijk om te weten hoe de pomp werkt, hoe sondevoeding aangesloten dient te worden, wanneer een zak of fles verwisseld dient te worden en hoe de sonde schoongemaakt moet worden. Praktische adviezen en nuttige tips zijn te vinden op de pagina ‘leven met sondevoeding’ van deze website.
Wordt sondevoeding vergoed?
Sondevoeding kan onder bepaalde voorwaarden vergoed worden vanuit de zorgverzekering. Uw arts of diëtist weet hoe hij/zij vergoeding kan aanvragen en wat de voorwaarden zijn.
Sondevoeding wordt geadviseerd door uw arts of diëtist en is afhankelijk van de voorwaarden van uw zorgverzekeraar, verkrijgbaar bij uw apotheek en/of het facilitair bedrijf.
Veelgestelde vragen
Sondevoeding moet tussen de twee en 30 graden bewaard worden. Wel is het belangrijk dat u de sondevoeding op kamertemperatuur laat komen voordat u deze gebruikt.
Sondevoeding kunt u het beste op kamertemperatuur gebruiken. Wanneer uw pack of de fles in de koelkast staat, haalt u deze van tevoren eruit zodat deze op temperatuur kan komen.
Wanneer sondevoeding te koud is, kan het au-bain-marie of in de magnetron opgewarmd worden. Schenk de benodigde portie dan wel eerst uit het pack of de fles.
Laat de voeding niet koken. Sommige vitamines (C, B6, E) zijn gevoelig voor hitte/oxidatie en als het product kookt zal het gehalte onder invloed van lucht/zuurstof afnemen. Exacte getallen hebben we echter niet.
Sondevoeding kan in de magnetron opgewarmd worden. De voeding zal door die korte periode niet bederven en is dus voor u geen risico. Wij raden aan om de sondevoeding per portie op te warmen.
Let op: schud de opgewarmde voeding wel even door; een magnetron verhit ongelijkmatig, waardoor er hete en koude delen ontstaan.
Uw zorgverlener zal aangeven wanneer het mogelijk is te eten naast sondevoeding. Wanneer dit het geval is, zal uw zorgverlener met u afstemmen welke voeding het meest geschikt is.
U kunt geen normale voeding door de sonde doen. De sondevoeding is precies afgestemd op uw specifieke behoefte, zodat u de juiste voedingsstoffen binnenkrijgt. Dit is niet mogelijk wanneer u gewone voeding door de sonde doet.
U kunt geen voeding, medicatie of water toevoegen aan de sondevoeding. Dit kan leiden tot verstopping van de sonde of bederf van de voeding.
Uw zorgverlener zal u informeren over het gebruik van medicatie via de sonde. Als u de medicijnen niet via de mond kunt innemen, zult u uw medicatie zoveel mogelijk in een andere vorm krijgen, zoals een pleister. Soms krijgt u medicatie wat door de sonde kan. Belangrijk is om zowel voor als na het toedienen de sonde goed door te spoelen met water.
Overleg altijd eerst met uw zorgverlener!
Een verpakking van sondevoeding hoort niet te lekken. Controleer of het toedieningssysteem op de juiste manier geplaatst is. Indien de verpakking kapot is, kunt u dit het beste bij uw leverancier melden. Gebruik de verpakking dan niet meer.